Kopstekken is een methode waarbij de kop van de plant wordt afgesneden en verder groeit als losse plant. Het nemen van kopstekken gebeurt vaak bij planten met een stam of stevige stengel. Bij de kopstek is het gebruikelijk om de onderste bladeren te verwijderen, zodat deze niet onnodig energie vragen. Zo kan je stek optimaal focussen op het aanmaken van wortels. Het nemen van een kopstek kan onder andere bij de Aralia, Clusia, Croton, Dracaena, Ficus, Schefflera en Yucca.
In 3 stappen een kopstek
1. Pak een schoon en scherp mes voor planten met een stengel. Pak een zaag voor planten met een stam of tak, maak de zaag wel eerst goed schoon. Een kopstek kun je het beste zo recht mogelijk afnemen, direct boven een blad van de moederplant. Zorg ervoor dat de stek ongeveer 15 cm groot is, afhankelijk van de plantsoort. De moederplant zal vanuit de wond weer nieuwe stengels/bladeren ontwikkelen. 2. Van de genomen kopstek verwijder je de oudste en onderste bladeren, tot ongeveer de helft van de lengte van de stek. Dit ter verbetering van de energieverdeling van de verse stek. Wanneer je een kopstek hebt genomen van een plant die lastig nieuwe wortels aanmaakt is het verstandig om de onderste centimeter van de stek te verwonden. Dit kun je doen door met een mes diverse sneetjes te maken, overdrijf dit echter niet. De plant is nu extra getriggerd om zich te ontwikkelen en maakt hierdoor sneller wortels aan. 3. Zet de kopstek met de onderkant in het water en wacht geduldig tot de stek nieuwe wortels gaat ontwikkelen. Dit kan meerdere weken duren. Als de wortels ongeveer 5 cm lang zijn kun je ervoor kiezen om de stek te verpotten in grond. Houd aan het begin de stekgrond licht vochtig en vermijd fel en direct zonlicht. Biedt een temperatuur van minimaal 20 graden celcius. Na 4 tot 6 weken heeft je stek voldoende wortels ontwikkeld om weer verpot te worden.
Praktische informatie
- Kopstekken kun je het beste afnemen tijdens de lenteperiode. Dit is namelijk de groeiperiode van de meeste planten.
- Na het nemen van een kopstek zal de moederplant vanuit het snijpunt weer nieuwe uitlopers gaan aanmaken. In sommige gevallen kan de plant zich opsplitsen in twee of meerdere uitlopers uit een stengel of tak.