Tuinplanten verrijken jouw tuin met hun fleurige charme. Of je nu een volledig groene tuinplant hebt of een bloeiende tuinplant, elke tuinplant heeft zijn eigen unieke uitstraling die perfect bij jouw smaak kan passen. Maar hoe verzorg je jouw tuinplanten optimaal? Hoewel de verzorging per plant kan verschillen, willen we je graag op weg helpen met onze uitgebreide pagina over tuinplanten verzorging!
Tuinplanten water geven
Alle tuinplanten hebben water nodig, waarbij de ene tuinplant liever iets droger staat en de ander liever vochtig. Ook ligt de hoeveelheid water aan of je de tuinplant in de volle grond hebt staan, dus direct ergens in de tuin hebt gepland, of in een pot. Wanneer een tuinplant in de volle grond staat, heeft deze veel bereik tot water in de grond. Hierdoor hebben zij minder frequent water nodig dan tuinplanten in een pot. In een pot hebben tuinplanten maar beperkt toegang tot vocht, waar wij als plantenliefhebbers dan goed een oogje in het zeil moeten houden. Ook is het van belang dat wanneer jouw tuinplant in pot staat, de pot is voorzien van drainage gaten. Als overig water niet uit de pot kan weglopen, kan de plant te nat gaan staan, dit veroorzaakt wortelrot, waardoor jouw tuinplant uiteindelijk zal overlijden.
Tuinplanten water geven
Frequentie van water geven
- Vaste planten: Geef vaste planten ongeveer eens per week diep water. Dit betekent dat je genoeg water geeft zodat het de wortels bereikt. Oppervlakkig water geven kan leiden tot verminderde wortelgroei.
- Nieuw geplante tuinplanten: Nieuw geplante planten hebben extra water nodig om goed te kunnen wortelen. Geef ze dagelijks water gedurende de eerste paar weken en schakel daarna over naar eens per week water geven, afhankelijk van hun groei.
- Tuinplanten in potten: Controleer dagelijks de vochtigheid van de potgrond door je vinger 2-3 centimeter diep in de grond te steken. Als de grond droog aanvoelt, geef dan diep water en laat het overtollige water uit de pot lopen.
- Mediterrane tuinplanten: Mediterrane planten hebben over het algemeen minder water nodig en kunnen goed tegen droogte. Geef water als de grond droog aanvoelt.
- Water geven in de zomer: Verhoog de frequentie van water geven tijdens lange droge periodes en extreme hitte in de zomer. Geef bij voorkeur 's ochtends water zodat de planten voldoende tijd hebben om vocht op te nemen voordat de warmte van de dag toeslaat. Als dit niet mogelijk is, geef dan 's avonds water.
Tekenen van te veel of te weinig water
- Te veel water: Gele bladeren of verwelking kunnen duiden op te veel water, wat kan leiden tot wortelrot.
- Te weinig water: Hangende stelen en kleinere vruchten of bloemen kunnen wijzen op een gebrek aan water.
Standplaats van tuinplanten
De standplaats van je tuinplanten heeft grote invloed op hun groei. De meeste fruit- en bloeiende planten gedijen goed in de volle zon, hoewel sommige ook goed kunnen groeien in halfschaduw, zij het mogelijk met minder bloei. Kies dus een locatie die voldoet aan de specifieke behoeften van je plant.
Tuinplanten in volle zon
Planten die in volle zon gedijen hebben minstens 6 tot 8 uur direct zonlicht per dag nodig. Deze planten staan bekend om hun uitbundige bloei en robuuste groei, ideaal voor zonnige borders, rotstuinen en terrassen.
Tuinplanten in halfschaduw
Planten die gedijen in halfschaduw ervaren meestal 3 tot 6 uur zonlicht per dag. Ze doen het goed onder bomen met een open bladerdak of langs gebouwen waar ze profiteren van ochtend- of namiddagzon.
Tuinplanten in schaduw
Voor planten die goed gedijen in schaduwrijke omgevingen, waar direct zonlicht minder dan 3 uur per dag is, kies je gebieden onder bomen, dichte struiken of langs noordelijk gerichte muren.
Tuinplanten aanplanten
Wanneer je net een nieuwe tuinplant hebt aangeschaft, wil je die op de juiste manier aanplanten. Laten we stap voor stap doornemen hoe je dit kunt doen:
Stap 1
Kies de juiste plek. We hebben net de standplaats besproken, kies dan ook een plek voor je nieuwe tuinplant die voldoet aan die behoeftes.
Stap 2
Graaf een gat. De diepte moet gelijk zijn met de kluit, je wilt namelijk dat de bovenkant van de kluit aansluit met de bovenkant van de grond.
Stap 3
Verwijder de tuinplant uit de kweekpot. Mochten de wortels heel erg dicht en verstrengeld zijn, kun je deze iets los van elkaar maken. Vervolgens zet je de tuinplant in het net gegraven gat.
Stap 4
Vul de overige ruimte met verse potgrond en duw deze grond vervolgens aan. De tuinplant mag best stevig in de grond zitten. Geef vervolgens iedere dag water, totdat de plant goed in de grond is gevestigd.
Tuinplanten snoeien
Wanneer kun je het beste jouw tuinplanten gaan snoeien? Dit is voor iedere tuinplant anders. Lavendel kun je het beste een keer in het voorjaar en een keer in het najaar snoeien. De hibiscus moet je ook een keer per jaar snoeien in de maand maart. De meeste tuinplanten moet je twee keer per jaar snoeien. Maar sommige planten hoef je niet of nauwelijks te snoeien. Over het algemeen geldt: wil je een gezonde groei van jouw tuinplant behouden, dan is het verstandig om te snoeien.
Vaste planten snoeien
De eerste snoei bij vaste planten kun je het beste in maart doen. Let wel op dat het niet meer vriest. Wanneer je gaat snoeien en er komt nachtvorst, kunnen de scheuten beschadigen. Bij vaste planten is het belangrijk dat je de oudere bladeren in het najaar laat zitten. Deze bladeren bieden de tuinplant bescherming voor de winter.
Snoeien van voorjaarsbloeiers
Voorjaarsbloeiers zijn heesters die in de winter al bloemknoppen krijgen. Deze heesters bloeien vóór de zomer. Deze tuinplanten moet je na de bloei snoeien. Snoei oude takken tot laag aan de grond weg. Hiermee verjong je jouw struik.
Zomerbloeiers en najaarbloeiers snoeien
Wanneer je in de winter uitgebloeide bloemen aan jouw heester hebt zitten, heb je te maken met zomer- of najaarsbloeiers. Deze heesters kun je het beste in het voorjaar snoeien. Snoei de takken tot laag boven de grond.
Om het zo overzichtelijk mogelijk te maken, vind je hieronder een overzicht van tuinplanten die in welke maand gesnoeid moeten worden. Voor meer informatie over hoe je de desbetreffende tuinplant moet snoeien, kun je het beste een kijkje nemen op onze tuinplanten verzorgingspagina.
- Januari: Blauwe regen, Helleborus
- Februari: Fruitbomen, Clematis
- Maart -
- April: Rozen, Bessenstruiken, Lavendel, Hortensia, Agapanthus, Bramenstruik, Eucalyptus, Hibiscus, Korenbloem, Olijfboom, Salie, Siergras
- Mei - juni: Buxus, Hagen, Rhododendron, Zonnebloem
- Juli: Blauwe regen, Geranium, Campanula, Aardbeienplant, Japanse Esdoorn, Klaproos, Margriet
- Augustus: Buxus, Munt, Oregano
- September - Oktober: Hagen, Bomen, Bramenstruik, Dahlia, Frambozenstruik, Margriet, Pioenroos
Bescherming van tuinplanten tijdens de winter
Net zoals bij extreme hitte zijn er bij kou en vorst ook preventieve maatregelen om jouw tuinplanten mooi en gezond te houden. Dit geldt alleen voor tuinplanten die niet winterhard zijn.
Mulchen
Bij mulchen breng je bij het aanplanten van de tuinplant een extra laag aan. Dit kan bestaan uit stro, compost of houtsnippers. Deze laag moet 5-10 centimeter rondom de gehele kluit van de plant worden aangebracht. Dit creëert een isolatielaag rondom de kluit en beschermt de wortels tegen bevriezing.
Mulchen is trouwens ook een goede manier om onkruid rondom de tuinplant weg te houden en draagt ook bij aan het vochtig houden van de bodem. Dus zeker goed om toe te passen het gehele jaar rond!
Afdekken
Je kunt ook de tuinplanten met vorst afdekken met doeken of speciaal isolatiemateriaal voor tuinplanten. Je dekt de tuinplanten hiermee af zolang de temperatuur onder het vriespunt is, of tot welke temperatuur de tuinplanten tolerant zijn. Wanneer de temperatuur weer wat stijgt, bijvoorbeeld overdag, dan kan de afdekking worden verwijderd. Daalt de temperatuur weer, dan leg je de afdekking terug over de tuinplanten.
Ziektes van tuinplanten
Ook tuinplanten kunnen last krijgen van ziektes en plagen. Er kan ongedierte op je hortensia komen, jouw buxus kan ongedierte krijgen, maar er kan ook ongedierte in bomen ontstaan. Ziektes worden veroorzaakt door schimmels, bacteriën en virussen. Plagen worden veroorzaakt door insecten en andere diersoorten. Hoe weet je of je ongedierte op je planten buiten hebt? Dit kun je vrij makkelijk zien. De tuinplant krijgt vlekken op het blad, het blad valt af, de tuinplant groeit of bloeit niet meer, of de buitenplant wordt plakkerig. Hieronder vind je de meest voorkomende tuinplantenziektes.
Roest
Roest is een veelvoorkomende ziekte bij tuinplanten. Wanneer jouw tuinplant hiermee te maken krijgt, uit dit zich door oranje/rode schimmel op de bladeren. Het lijkt op roest, vandaar de naam. Roest komt voornamelijk in de zomer en/of in de herfstperiode voor. Maar roest kan ook bij vochtige weersomstandigheden ontstaan. Rozen en geraniums zijn bijvoorbeeld heel gevoelig voor deze ziekte. Om roest te bestrijden kun je het beste de aangetaste delen wegsnoeien en de tuinplant behandelen met een schimmelwerend middel.
Schurft
Schurft kennen we als huidziekte bij mensen, maar ook tuinplanten kunnen hiermee te maken krijgen. Schurft bij tuinplanten is een schimmel. Wanneer jouw tuinplant schurft heeft, kun je dit herkennen aan zwarte vlekken op de takken en bladeren. Dit tast de takken en vruchten aan. Schurft komt voornamelijk voor bij fruitbomen. Helaas is er geen bestrijdingsmiddel tegen schurft. Om schurft te voorkomen, kun je het beste de afgevallen bladeren bij fruitbomen regelmatig opruimen.
Verwelkingsziekte
Verwelkingsziekte bij een tuinplant is een ziekte die veroorzaakt wordt door schimmel. Deze ziekte ontstaat vaak tijdens de groeiperiode van de tuinplant. Gaat jouw tuinplant plotseling slap hangen, sterven de jonge takken af of verwelken de bladeren? Dan is er grote kans dat de tuinplant last heeft van de verwelkingsziekte. Wanneer je dit in juli of augustus constateert, kun je het beste meteen snoeien. Heeft de schimmel al de gehele plant overgenomen? Dan kun je het beste de hele tuinplant verwijderen. Vervang ook de grond rondom de tuinplant, anders neemt de schimmel de gehele bodem over.
Meeldauw
Meeldauw is een schimmelziekte. Zie je grijze vlekken of witte pluisjes op jouw tuinplant? Dan kan dit duiden op meeldauw. De blaadjes kunnen van de buitenplant vallen en in het ergste geval sterft de tuinplant af. Meeldauw komt vooral in de zomer voor, bij droge periodes. Om meeldauw te bestrijden kun je het beste een schimmelwerend middel gebruiken en de besmette onderdelen wegsnoeien.
Roetdauw
Als een tuinplant last krijgt van roetdauw, dan kun je dit herkennen aan zwarte schimmel op de bladeren. Roetdauw zijn beestjes die honingdauw op de bladeren afscheiden. Roetdauw komt voornamelijk voor op fruitbomen en klimopplanten. Bestrijd de beestjes en maak de bladeren schoon. Helaas kan roetdauw snel terugkeren omdat het maanden duurt voordat roetdauw echt bestreden is.
Sterroetdauw
Sterroetdauw is een schimmelziekte. De ziekte uit zich door stervormige bruine of zwarte vlekken op de bladeren. Rondom deze vlekken kleurt het blad geel/rood. Sterroetdauw komt voornamelijk voor bij rozenstruiken. Gebruik een bestrijdingsmiddel bij deze ziekte, hoewel het lastig is de schimmel echt te bestrijden.
Bacterievuur
Bacterievuur kan op elke tuinplant voorkomen. Doordat het een bacterie is, kan deze ziekte zich vrij snel verspreiden over andere planten. Je kunt bacterievuur herkennen aan bruine topjes op de tuinplant of geelbruin slijm. Hierdoor kan er verdorring ontstaan. Bacterievuur kan makkelijk ontstaan wanneer het erg warm en broeierig is. Wanneer jouw tuinplant last heeft van bacterievuur, kun je het beste de tuinplant flink terugsnoeien. In het ergste geval zul je de buitenplant moeten verwijderen. Ook is het belangrijk wanneer je gesnoeid hebt, het tuingereedschap goed schoon te maken om verdere besmetting te voorkomen.
Tuinplanten voeding
Welke voeding heb ik nodig voor mijn tuinplant? De juiste voeding voor jouw tuinplant hangt af van welke soort buitenplant je hebt. Zo heeft de hortensia speciale hortensiavoeding nodig en de beukenhaag weer voeding die speciaal voor de beukenhaag is. Een rhododendron wilt graag een paar keer per jaar wat extra plantenvoeding, terwijl een Japanse esdoorn maar één keer per jaar voeding nodig heeft. Elke tuinplant vraagt om voeding, de ene buitenplant iets meer dan de andere buitenplant. De meeste tuinplanten wensen in het voorjaar en in het najaar wat extra voeding. In ons assortiment hebben wij biologische plantenvoeding speciaal voor tuinplanten.
Zuurminnende planten
Zuurminnende planten, zoals de rhododendron en de hortensia, vragen om lichtzure tot zure grond met een pH-waarde tussen de 4,5 en 6. De mest voor deze tuinplanten bevat kalk. Wanneer tuinplanten verkleurde bladeren krijgen, kan dit te wijten zijn aan slechte of geen voeding. De tuinplant wordt dan ook kwetsbaarder voor ziektes en plagen.
pH-neutrale planten
pH-neutrale planten, zoals groente- en fruitbomen, vragen om voeding die rijk is aan kalium. Dit betreft biologische mest. Biologische mest is mest die bestaat uit natuurlijke grondstoffen. Deze mest is te verkrijgen in vloeibare vorm maar ook als korrel. Biologische voeding is zowel goed voor het milieu als voor de gezondheid.
Welke voeding jouw tuinplant ook nodig heeft, het is altijd goed om een tuinplant te bemesten. Bemesting zorgt ervoor dat bloemen feller bloeien, de tuinplant een frisse uitstraling krijgt en genoeg energie heeft om te groeien. Daarnaast wordt de tuinplant minder kwetsbaar voor ziektes en plagen.